Zinnen met bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Schrijver: Peter Berry
Datum Van Creatie: 14 Juli- 2021
Updatedatum: 13 Kunnen 2024
Anonim
Bijvoeglijke nw / Bijwoorden
Video: Bijvoeglijke nw / Bijwoorden

Inhoud

Bijvoeglijke naamwoorden geven informatie over zelfstandige naamwoorden en komen in geslacht en aantal overeen met het zelfstandig naamwoord dat ze beoordelen. Bijvoeglijke naamwoorden beantwoorden de vraag Hoe gaat het ermee? of hoe is het? Bijvoorbeeld: Huis rood, spel grappig.

Bijwoorden geven informatie over werkwoorden, andere bijwoorden of bijvoeglijke naamwoorden. Bijwoorden beantwoorden de vragen ¿Hoe doen ze dat? Hoe?

In de Spaanse taal kan een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord worden als we het einde toevoegen -geest. Bijvoorbeeld: rustig (bijvoeglijk naamwoord) - rustiggeest (bijwoord), gelukkig (bijvoeglijk naamwoord) - gelukkiggeest (bijwoord).

Bijvoorbeeld: De medewerkers zijn gelukkig omdat ze hebben gewerkt goed. Hoe gaat het met de medewerkers? Happy (bijvoeglijk naamwoord) Hoe hebben ze hun werk gedaan? Well (bijwoord)


  • Zie ook: Zinnen met zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Voorbeelden van zinnen met bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

In de volgende voorbeelden markeren we vetgedrukt de bijvoeglijke naamwoorden en met het onderstrepen van de bijwoorden, uitleggen wat voor soort bijvoeglijk naamwoord en bijwoord elk is.

  1. Deze kinderen gedroegen zich onheil. (endeze: demonstratief bijvoeglijk naamwoord, onheil: bijwoord van manier)
  2. Zus minder Maria heeft me geholpen welwillend. (menorm: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, welwillend: bijwoord van manier)
  3. De piloten uitgeput begroet vriendelijke groet. (enx exhaustos: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, Vriendelijke groet: bijwoord van manier)
  4. Mijn buurman was heelverwaand. (enzwart: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, heel: Bijwoord van hoeveelheid)
  5. Blijkbaar huis achtervolgd wordt niet verkocht. (enmbrujada: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, klaarblijkelijk: affirmation bijwoord)
  6. Sí, de meisjes waren soort. (soort: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, Ja: affirmation bijwoord)
  7. Die honden renden snel. (die: demonstratief bijvoeglijk naamwoord, snel: bijwoord van manier)
  8. We horen veel liedjes romantisch. (romntic: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, veel: Bijwoord van hoeveelheid)
  9. We hadden gekocht genoeg speelgoed nieuw. (nieuw: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, best een paar: Bijwoord van hoeveelheid)
  10. Kan zijndat het was het meest lied zoet Ik heb gehoord. (dat: demonstratief bijvoeglijk naamwoord, zoet: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, kan zijn: twijfel bijwoord)
  11. Dezelfde de kunstwerken waren mooi. (mooi: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, dezelfde: twijfel bijwoord)
  12. De uitgebreid lessen verlieten me iets. (uitgebreid: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, iets: Bijwoord van hoeveelheid)
  13. Mijn neef hoger het koste heel terugbrengen. (hoger: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, heel: Bijwoord van hoeveelheid)
  14. ¡Wat leuke dag hebben we doorgebracht vandaag! (wat: demonstratief bijvoeglijk naamwoord, vandaag: tijd bijwoord)
  15. Sabrina is mooi maar Nooit hij zou mijn broer opmerken. (mooi: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, Nooit: bijwoord van negatie)
  16. Nooit Ik heb net zo veel gelachen oude vrouw film. (oude vrouw: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, nooit: negation bijwoord)
  17. Huis oude vanuit de hoek, te ze hebben het afgebroken. (oude: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, te: bijwoord van negatie)
  18. ik ben al saai en er is nog steeds veel Gaan. (saai: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, veel: Bijwoord van hoeveelheid)
  19. Me Tante te kocht een blauwe jurk. "Me"Is een bezittelijk bijvoeglijk naamwoord"blauw"In aanmerking komend bijvoeglijk naamwoord en"te”Bevestiging bijwoord.
  20. De altijd zingt goed. (goed: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, altijd: tijd bijwoord)
  21. Vandaag ik heb een onheil dag goed heb ik niet gedaan goed huiswerk. (onheil: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, vandaag: tijd bijwoord, goed: bijwoord van manier)
  22. ik ben terug gelukkig naar mij zoet. (zoet: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, gelukkig: bijwoord van manier)
  23. De taak was eenvoudig, maar je hebt het opgelost onheil. (gemakkelijk: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, onheil: bijwoord van mode)
  24. effectief morgen kopen we een auto nieuw. (nieuw: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, effectief: affirmation bijwoord)
  25. Kan zijnochtend- Ik heb dit achtergelaten mooi. (mooi: kwalificerend bijvoeglijk naamwoord, kan zijn: twijfel bijwoord, ochtend: tijd bijwoord)
  • Ga verder met: Zinnen met lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord



Publicaties

Zinnen met nadrukconnectoren
Calorische energie
Zinnen met "in aanvulling"