Inhoud
- Primitieve zelfstandige naamwoorden
- Afgeleide zelfstandige naamwoorden
- Voorbeelden van primitieve zelfstandige naamwoorden en hun afgeleiden
Primitieve zelfstandige naamwoorden
Wordt genoemd primitief zelfstandig naamwoord naar die woorden waaruit het mogelijk is om andere woorden te vormen die zijn afgeleid van de eerste. Deze zijn opgebouwd uit een basis lexeme. Zo kunnen primitieve zelfstandige naamwoorden worden aangeroepen in vergelijking met zelfstandige naamwoorden die ervan zijn afgeleid.
Het is door primitieve zelfstandige naamwoorden die reeks woorden of woordenfamilies kunnen worden gevormd. Het belang van primitieve zelfstandige naamwoorden is dat ze dienen als basis voor de samenstelling van andere woorden, ongeacht of het zelfstandige naamwoorden zijn, gerelateerd aan de eerste, maar die de betekenis ervan wijzigen. Zo kan men van het zelfstandig naamwoord "ziel" het bijvoeglijk naamwoord afleiden deszielDoen, dat wil zeggen, een persoon die geen medelijden of mededogen heeft.
Primitieve zelfstandige naamwoorden kunnen geen ander type morfeem dragen dat zijn eigen betekenis heeft.
Afgeleide zelfstandige naamwoorden
De afgeleide zelfstandige naamwoorden zijn degenen die, door een primitief zelfstandig naamwoord aan te nemen, morfemen toevoegen om de betekenis van het primitieve zelfstandig naamwoord te wijzigen, waardoor een afgeleid zelfstandig naamwoord wordt gegenereerd. Op deze manier worden woordfamilies gevormd.
De samenstelling van veel woordfamilies behoort tot een specifiek idiolect of sociolect. Dus bijvoorbeeld het zelfstandig naamwoord Mexico (primitief zelfstandig naamwoord) kan verschillende afgeleide zelfstandige naamwoorden hebben, zoals mexicanísimo, mexicaneada, mexicanizado, etc. hoewel het gebruik buiten dit land zeldzaam is. Met andere woorden, afgeleide zelfstandige naamwoorden kunnen tot een bepaald sociolect behoren.
Er zijn echter veel afgeleide zelfstandige naamwoorden die door alle sprekers van dezelfde taal worden gebruikt. Ten slotte is het belangrijk om te verduidelijken dat een primitief zelfstandig naamwoord er afgeleide zelfstandige naamwoorden of werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of bijwoorden van kan afleiden.
Voorbeelden van primitieve zelfstandige naamwoorden en hun afgeleiden
Hier zijn 72 voorbeelden van primitieve zelfstandige naamwoorden en hun afgeleide woorden:
Primitief zelfstandig naamwoord | Afgeleide woorden | |
1 | Waarzegster | raadsel, gokker |
2 | Water | cognac, waterfles, afgezwakt, afvoer, spoiler, mede |
3 | Vriendschap | vriend |
4 | Liefde | liefdesaffaire, liefdesverdriet |
5 | Boom | bosje, struik |
6 | Zand | zandbak |
7 | Kunst | ambachten, vakman |
8 | Auto | drive-in, auto, eigenwaarde, autonomie, autonoom, zelfmanagement, zelfgenoegzaamheid |
9 | Vliegtuig | vliegtuig, luchtvaart |
10 | Baard | kapperszaak |
11 | Prullenbak | dump |
12 | Oorlogszuchtig | oorlogszuchtig |
13 | Ticket | portemonnee |
14 | Mond | draaien |
15 | Woud | Schetsen |
16 | Paard | cavalerie, stal, ridder |
17 | Koffie | koffiezetapparaat, koffieshop |
18 | Lade | lade, kassier |
19 | Straat | steeg |
20 | Pad | wandelen, wandelen, wandelaar |
21 | Veld | land, boer, kamp |
22 | Lied | liedboek, zanger, zanger |
23 | Vlees | slagerij |
24 | Binder | timmerman |
25 | Huis | koppelaarster, huwelijk, trouwen |
26 | Jacht | jagen, jagen |
27 | Cel | cellulair, cellulose |
28 | Films | cinematograaf |
29 | Klooster | claustrofobisch, afgezonderd |
30 | Auto | auto bed, |
31 | Lepel | pollepel, theelepel |
32 | Sport | atleet |
33 | Tand | kunstgebit, tandjes krijgen |
34 | Zwangerschap | beschamend |
35 | studie | student, leergierig |
36 | Bloem | bloemenwinkel vaas |
37 | Fotografie | fotograaf, fotograferen, fotogeniek |
38 | fruit | groenteman, fruitschaal, geniet ervan |
39 | Kat | cattery, kruip |
40 | Mens | de mensheid ontmenselijkt |
41 | Werf | tuinman, |
42 | Potlood | pen |
43 | Zweep | zweep |
44 | Taal | taal |
45 | Brandhout | houthakker |
46 | Boek | boekhandel |
47 | Zee | tij, marinier, zeeman |
48 | Markt | gemeengoed |
49 | Tafel | aanrecht, tafel, ober |
50 | Munt | portemonnee |
51 | Montana | bergbeklimmer rijden |
52 | Jongen | babysitter, kindertijd, kinderachtig |
53 | Officieel | ambtenarij, kantoor, niet-officieel |
54 | Oog | donker oog |
55 | Brood | bakkerij, bakker |
56 | Papier | krantenpapier, briefpapier |
57 | Pin | havikachtig |
58 | Haar | behaard, bont, pruik, behaard, geschild |
59 | Hond | honden pond |
60 | Schoolbord | schoolbord |
61 | Fabriek | plantage |
62 | Veer | verenkleed, veer, plumeau |
63 | kaas | quesillo, kaasmaker |
64 | Klok | Horlogemaker, horlogemakerij |
65 | Zout | zoutvaatje, salinas |
66 | Graf | doodgraver, begraven |
67 | Schaduw | parasol, hoed |
68 | Droom | dromer |
69 | Telefoon | telefoon, telefoon, telegraaf |
70 | Job | werknemer |
71 | Wind | winderig |
72 | Schoen | schoenmaker, schoenenwinkel, pantoffels |